Ik leef van communicatie. Ik verdien mijn zelfstandigenbrood deels met mensen met mooie woorden naar concertzalen lokken, partijen bij elkaar brengen en mensen informeren over zaken als cultuur en muziek. Helaas ben ik minder goed in administratie. En dat heeft nog wel eens penibele situaties opgeleverd waaruit ik mij dan weer met mijn woorden moest zien te redden.
De laatste keer was het echt door het oog van de naald en belandde ik met dank aan een zeer boze Belastingdienst zelfs voor de rechtbank, een plek die een normale menslievende burger toch liever mijdt.
Dat men zo’n plek niet alleen liever links laat liggen vanwege de mogelijke sancties maar ook vanwege de respectloze en mensonterende behandeling werd mij bij mijn eerste bezoek al snel duidelijk. Om niets aan het toeval over te laten en niemand op voorhand tegen mij in het harnas te jagen was ik voor mijn zaak eens een keer ruim op tijd. Ik werd verzocht op mijn beurt te wachten in de openbare ruimte. Die ruimte was zeer bescheiden, erg gehorig en van enige privacy was geen sprake.
Daarom verbaasde het mij des te meer dat de jonge vrouw met wie ik een paar minuten eerder even kort had gesproken ter plekke ter verantwoording geroepen werd door een botte man die haar curator annex bewindvoerder bleek te zijn. ‘Waarom heb je die rekening niet betaald?’ ‘Waarom heb je wel luiers voor je kind gekocht?’ ‘Dat kan niet hoor, zo kunnen we niet verder.’ En zo werd ze, haar rekeningafschriften uitgespreid over tafel, verder ten overstaan van een inmiddels goed gevulde wachtruimte gekleineerd aangaande alles wat haar financiële handel en wandel betrof.
De vrouw, een bevlogen onderneemster die wat minder geluk had gehad dan ik en bij wie wat minder gelukkige beslissingen gecombineerd met domme pech echt verkeerd uitpakten, was van goede wil. Maar waar zij steun en kennis nodig had, kreeg ze achterdocht en arrogantie. Ze voelde zich steeds kleiner en machtelozer worden.
Ik werd op mijn beurt steeds kwader over zoveel respectloze onachtzaamheid, gebrek aan communicatief fatsoen en bruuske schending van haar privacy. Uiteindelijk werd mijn mededogen met de vrouw, die alles lijdzaam onderging, groter dan mijn schroom. Ik stond op en vroeg luid en duidelijk aan de curator in kwestie hoe het met zijn seksleven stond en of hij even een momentje had zodat ik ter plekke verder in kon gaan op wat er volgens zijn vrouw allemaal mis was met zijn prestaties in bed…
Omdat ik direct daarna werd weggeroepen, heb ik niet meer kunnen ontdekken of zijn gezicht nu rood aanliep van schaamte of van woede.