Jan Helmond directeur RCN

IMG_1512_CMYKJan Helmond is sinds 1 september 2014 directeur van
Rijksdienst Caribisch Nederland JOB stelt hem aan u voor.

U bent directeur van de Rijksdienst Caribisch Nederland. Wat behelst uw baan?
Ik ben directeur van RCN en daarnaast secretaris van Rijksvertegenwoordiger Gilbert Isabella. Die laatste functie is vooral bestuurlijk. De Rijksvertegenwoordiger ondersteun ik bij zijn taken en dan gaat het over de controle van het bestuur en het helpen van de BES-eilanden in de ontwikkelingen die zij op dit ogenblik doormaken. De Rijksvertegenwoordiger vormt een brug in contacten met Nederland. Directeur zijn van RCN is meer een managementfunctie: ik ben eindverantwoordelijke van de gehele Rijksdienst: de taken van de PIVA, huisvesting, politie brandweer. Binnen het budget probeer ik kwaliteit en efficiency in het oog te houden. Daarnaast ben ik partner in de onderhandelingen met de departementen. Ook ben ik als werkgever namens alle Rijksdiensten in onderhandeling met de vakbonden. Ik probeer dat op een zoda-nige manier te doen dat zowel de belangen van Nederland als die van de eilanden worden gewaarborgd. Uiteraard doe ik dat niet alleen, maar word ik geholpen door een uitstekend team van mensen.

Wat deed u voor u naar Bonaire kwam?
Hiervoor werkte ik als eilandsecretaris op Sint Eustatius. In die functie probeerde ik een verbindende schakel te zijn tussen Sint Eustatius, Saba en Bonaire. De eilanden hebben soortgelijke problemen, die op punten weer verschillen. Ik denk dat je samen meer kunt bereiken dan alleen en dat je van elkaar kunt leren. Mijn overstap naar het Caribisch gebied was ingegeven door het idee dat ik hier met mijn kennis en ervaring meer zou kunnen betekenen dan in Nederland. In dat opzicht ben ik een idealist, ik hoop van toegevoegde waarde te zijn.

“Nederland is cool, zakelijk en zonder emotie”

Op welke bereikte doelen uit het verleden kijkt u met plezier terug?
Dat zijn er heel veel… haha! Op Statia kwam ik destijds in een organisatie die erg gelaagd en hiërarchisch was. In de eerste twee jaar van mijn functie als eilandsecretaris heb ik geprobeerd, samen met mijn medewerkers, een minder gelaagd en meer direct gestuurd organisatiemodel neer te zetten. Dat werkte beter en was meer integraal. Trots ben ik ook op het reorganisatieproces dat ik heb begeleid: alle mensen kregen een nieuwe functie, slechts één persoon heeft bezwaar heeft gemaakt. Samenwerken is bij een reorganisatie essentieel.

Kunt u het werkklimaat van RCN schetsen?
Daarvoor moet ik eerst onderscheid maken tussen de werksfeer op de eilanden en die in Nederland. Nederland is koel, zakelijk en zonder emotie. Hier zie ik gepassioneerde mensen. Mensen die niet alleen geld willen verdie-nen, maar ook echt bij het werk betrokken bij zijn, dat doet mij deugd. Ze zijn trots op hun werk en dat is iets waar Nederlanders nog veel van kunnen leren. Nederlanders zijn open en direct, op de eilanden moet je tussen de regels door luisteren naar wat mensen bedoelen. Hier gaat men uit van respect voor elkaar, in Nederland wordt dat respect verondersteld maar is het minder aanwezig.

Wat kunt u als RCN directeur toevoegen aan het leef- en werkklimaat op Caribisch Nederland?
Ik hoop bij RCN een werkklimaat te scheppen dat open en transparant is. Waarin het voor mensen fijn is om te werken, waar we op een prettige manier met elkaar samenwerken en op weg zijn naar een gemeenschappelijk doel. Aanvankelijk was binnen RCN het doel dat bereikt moest worden belangrijker dan de samenwerking. Die achterstand moet worden ingelopen,
ik hoop zelf het goede voorbeeld te geven en mensen te enthousiasmeren. Naar buiten kijkend: RCN is een grote werkgever en koopt veel diensten in op de eilanden. Daarbij willen we zoveel mogelijk de lokale markt benutten. We willen de lokale economie stimuleren, dat is een intentie die ik wil uitspreken. Verder hoop ik dat onze medewerkers uitstralen dat het Rijk staat voor integer gedrag. Integriteit vind ik erg belangrijk, het is mijn wens dat dat in de samenleving ook een effect krijgt.

“Hier zie ik gepassioneerde mensen.
Nederlanders kunnen nog veel leren van Bonairianen”

Er is veel veranderd sinds 10-10-10. Op welke terreinen denkt u vooruitgang te kunnen boeken als het gaat om de samenleving en economie op het eiland?
Dat is een politiek verhaal. Het kabinet heeft in de voorbereiding een stuk gekregen van de secretaris generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), het zogenaamde ‘meerjaren ontwikkelingsplan’. In dit plan is een aantal speerpunten benoemd voor de komende jaren: armoedebestrijding, kinderrechten en economische ontwikkeling. Alle eilanden hebben ook eigen plannen gemaakt. Wij gaan in de onderhandelingen tussen Openbare Lichamen en het Rijk kijken hoe we prioriteit kunnen gaan geven aan al die projecten – zo heeft Bonaire ook de wijkaanpak en verbetering van de wegen hoog op de agenda staan. Daarnaast gaat het ministerie van BZK kijken naar de hoogte van de vrije uitkering. Dat is geld van Den Haag dat bedoeld is voor de ambtenarensalarissen, het onderhoud van wegen, de armoedebestrijding, noem maar op…
De drie Openbare Lichamen hebben de indruk dat de vrije uitkering te laag is, dus wordt daar onderzoek naar gedaan.

Hoe besteed u uw vrijetijd op het eiland?
Ik hoop binnenkort weer meer tijd te hebben voor sport: ik houd van hardlopen, hele of halve marathons.
Door de fysieke bezigheid kun je de dage-lijkse sleur kwijtraken en je hoofd legen. Binnenkort ga ik beginnen met salsales. Want als je op een Caribisch eiland woont, moet je toch een beetje mee kunnen bewegen op een feestje, al is dat op z’n Hollands.
Verder heb ik al jaren één grote passie en dat is duiken. Tijdens een reis ruim tien jaar geleden heb ik samen met mijn vrouw in Australië mijn eerste duik gemaakt. De afgelopen vier jaar op Statia hebben we ook veel gedoken. De riffen hier zijn nog steeds heel goed onderhouden, al komen er jaarlijks vele duiktoeristen. Ik vind dan ook dat de mensen van Caribisch Nederland trots mogen zijn op de mooie natuur van het eiland. Ik hoop dat die behouden kan blijven voor volgende generaties. Ik wil daar graag mijn steentje aan bijdragen.

Tekst: Janita Monna  |  Foto:  creativEnvision

Leave a comment