Bonaire ontwikkelt het platteland (1)

IMG_7310Reportage deel 1

Net als vele andere succesvolle projecten begon het plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) als een idee in 2007. Na een aantal gesprekken met de Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer (DROB), het Ministerie van Economische Zaken (EZ) in Nederland en vier workshops met 60 stakeholders in 2012 en 2013 kreeg dit idee handen en voeten in de beleidsvisie van het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB).  Jan Jaap van Almenkerk schreef als plattelandsontwikkelingsdeskundige in opdracht van de Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling (DRO) het projectplan ‘Duurzame landbouw en plattelandsontwikkeling’. Het OLB diende het plan in bij het ministerie. EZ kende het driejarige programma vervolgens in 2014 de benodigde financiering toe.
Het moment waarop POP daadwerkelijk van start kon. Sherwin Pourier, voormalig bankdirecteur van RBC Bonaire is de projectleider en samen met Jan Jaap van Almenkerk geven de heren het project vorm. POP heeft vier belangrijke pijlers; de ontsluiting van het platteland voor toerisme, veevoerproductie en stimulering veehouderijen, stimuleren eigen tuinbouw en het opzetten van een centrum voor duurzame landbouw. Alle veertig projecten waarmee POP zich bezighoudt, vallen onder deze vier pijlers. EZ verstrekt POP gedurende drie jaar zo’n 300.000 euro per jaar. Hiervan moeten het gehele programma en alle projecten worden bekostigd. Na afloop van het driejarige landbouwprogramma zullen sommige onderdelen, zoals het centrum voor duurzame landbouw zelfstandig moeten kunnen opereren en in hun eigen middelen moeten kunnen voorzien. Voor de plattelandsgebieden geldt dat POP al gesprekken voert met stakeholders om hen te stimuleren een eigen stichting op te richten voor bijvoorbeeld het onderhoud van de toeristische routes en heruitgaven van plattegronden. Voor weer andere projecten binnen het programma moet aan het eind van de looptijd blijken wat het effect is en wat er nog verder kan worden ontwikkeld. Het stimuleren en versterken
van ondernemerschap bijvoorbeeld zou mogelijk in een andere vorm kunnen worden voortgezet.

Ontwikkeling platteland
Voor de ontsluiting van het platteland voor toerisme heeft POP twee gebieden geselecteerd. Wat aanvankelijk Playa Oost heette, werd omgedoopt tot Bara di Karta. Bara di Karta, genoemd naar de hoogste heuvel in de landstreek, is het eerste gebied dat is aangepakt. Het omvat Washikemba, Rooi Lamunchi, Punta Blanku en Pasa Kontrami. Rincon en omgeving is het tweede gebied dat POP wil ontsluiten. Trai Montaña, het gebied voor Rincon, zal er mogelijk in een latere fase nog aan worden toegevoegd. De bedoeling is dat er op en rond Bara di Karta een kleine economie ontstaat en het gebied een trekpleister wordt voor toeristen en locale ondernemers. De eerste stappen zijn reeds gezet. De kunukeros (landbouwers) en ondernemers zijn benaderd. Bara di Karta is in kaart gebracht, opgeruimd en schoongemaakt. De verschillende wandel-, fiets- en autoroutes zijn uitgestippeld en de bewegwijzering is aangebracht.  De natuur heeft men hierbij zoveel mogelijk gespaard door gebruik te maken van reeds bestaande geitenpaadjes en zandwegen. Het onderhoud van de paden ligt in handen van POP en de ondernemers. POP draagt tevens zorg voor de kaarten van het gebied. Ook de route naar het gebied is aangegeven. Inwoners van Bonaire kunnen sinds kort op de T-splitsing van de Kaya Korona met de Kaya Papa Cornès het knalgele bordje zien staan dat aangeeft waar je heen moet om de bezienswaardigheden van Bara di Karta te bewonderen. Acht locale ondernemers, van touroperator tot kinderboerderij werken mee en worden bij hun businessplan voor plattelandsondernemers begeleidt door de organisatoren van POP.

“De 100 geiten van een groot, goed, en stevig ras
die hij had en die zo’n $ 120 per geit opbrachten, is hij kwijt”

Ontsluiting Bara di Karta en Kunuku Mamai Rosa
Onnie Emerenciana, een ondernemer van het eerste uur en een groot voorstander van het project heeft zijn eigen kunuku (stuk grond op het platteland) waar hij groenten, bloemen, kruiden, inheemse bomen en planten kweekt en is daarnaast gids in Bara di Karta. Hij kent het gebied op zijn duimpje en POP heeft veel aan hem te danken. Zijn knoek  ‘Mamai Rosa’ heeft hij geërfd van wijlen zijn grootmoeder. Zij was een trotse afstammelinge van de oorspronkelijke Arowakse bewoners van Bonaire en een vrouw met heel groot hart voor het eiland en de inwoners, zo vertelt Onnie. Hij wil haar werk en traditie voortzetten. “Iedereen was hier altijd welkom, mensen konden hun groenten en of gewassen verbouwen op haar knoek, werden opgevangen, geholpen en kregen te eten in moeilijke tijden”.IMG_7444IMG_7458

Het leven van een kunukero (eigenaar van een kunuku) gaat echter niet over rozen. Zo blijkt uit het verhaal van kunukero Emerenciana. Het is hard werken en vereist doorzettingsvermogen, liefde voor het land, creativiteit en veerkracht in het omgaan met tegenslagen. Naast de strijd tegen de elementen zoals de wind die in tijden van droogte zoveel stof meebrengt dat zijn jonge plantjes knakken, zijn er de leguanen, lora’s (papegaaien) en chuchubi’s (lokale vogel) die het op zijn planten en vruchten hebben voorzien en dieven die zijn geiten, generatoren en pompen stelen en koperen waterleidingen weghalen. Hij heeft het allemaal gezien en meegemaakt. Zijn bankvoorziening, de 100 geiten van een groot, goed, en stevig ras die hij had en die zo’n $ 120 per geit opbrachten, is hij kwijt. De honden van de buren hebben hen definitief van het terrein verdreven. Toch heeft ook dat hem niet ontmoedigd.
Het is zijn hobby, zijn passie waar hij veel voor over heeft, aangezien je op Bonaire geen subsidie krijgt als landbouwer. Het is zijn liefde voor het land en zijn wens om de traditie van zijn grootmoeder voort te zetten. De knoek doet hij naast zijn baan als leerplichtambtenaar en na zijn werk is hij doordeweeks tot ’s avonds  elf uur en in het weekend dan ook hele dagen op de kunuku te vinden. Onnie is vooral met POP samen gaan werken omdat hij mensen uit de buurt wil stimuleren om terug te komen. Andere kunuku-eigenaren hebben het opgegeven en hij wil laten zien dat het wel kan. Met het goedkopere gezuiverde afvalwater van de LVV (Landbouw, Veeteelt en Visserij) in plaats van het duurdere vijf dollar per kuub water van WEB, gaat het al beter. Door zijn hond Karo en kat te laten rondlopen tussen en in zijn drie greenhouses en een grote rottweiler voor op het erf blijven de leguanen en vogels uit de buurt of worden verschalkt en denken dieven twee keer na voor ze het terrein betreden. De opbrengsten van het land die hij overhoudt, verkoopt hij op de Marshe Kultural (Culturele markt) van Mangazina di Rei en van Playa. Alle spullen en materialen die hij heeft, worden op wat voor manier dan ook inventief hergebruikt. Onnie is zich aan het toeleggen op het bedrijven van alle mogelijke vormen van landbouw. Zo wil hij het verbouwen met behulp van permacultuur op basis van bacteriën en schimmels introduceren en uitbreiden, gebruikt hij hydroponics, een inventief systeem dat de irrigatie in bakken regelt en daarnaast maakt hij natuurlijk ook gebruik van de meer traditionele verbouwmethoden. Omdat Bonaire geen grondtester heeft, experimenteert hij met  allerlei soorten samenstellingen van grond om de opbrengst te verhogen. In zijn nursery kweekt hij zaden op basis van de verschillende methoden tot kleine plantjes op die hij dan weer verkoopt. Dit doet hij allemaal op eigen kosten. Hij is als ondernemer de trekker voor de ontsluiting van Bara di Karta. Voor POP heeft hij paadjes gemaakt in de mundi (onontgonnen wild natuurterrein), de routes aangegeven, de ruïne Morokess in het gebied schoongemaakt en blootgelegd en wandelroutes uitgestippeld. Middels POP gaat hij binnenkort een cursus ‘traditionele cactushaag maken’ volgen, zodat hij zijn hele knoek kan voorzien van deze zeer efficiënte lokale natuurlijke omheining. Van het huisje op zijn kunuku wil hij een klein museumpje maken. Toeristen kunnen dan, na zijn rondleiding in het gebied nippend aan een door hem vervaardigde speciale lokale thee, zien hoe men vroeger leefde op het land. Met behulp van het gezuiverde afvalwater en zijn experimenten met verschillende landbouwmethodes die hem minder afhankelijk van de regen maken, wil hij in de toekomst het hele jaar door mais verbouwen en nog meer soorten planten en bloemen kweken die hij dan ook weer kan verkopen. Of hij wel of niet meer Neemtrees, een zeer snel groeiende uit India afkomstige boom, zal gaan planten vanwege de schaduw en de mogelijkheden op medicinaal gebied, heeft de kunukero in hart en nieren nog in beraad.

IMG_7462Ontwikkeling Rincon en Soldachi Tours
Rincon en omgeving zal op dezelfde manier als Bara di Karta worden aangepakt. Kunukeros en plaatselijke ondernemers kunnen hun ideeën kwijt bij de organisatoren van POP waarna samen met hen wordt gekeken naar het wat, hoe en waar. Vervolgens worden ze door de organisatoren van POP begeleidt bij het opstellen van hun businessplan. Ontsluiting van het gebied voor toerisme door het letterlijk en figuurlijk op de kaart te zetten, is net als bij Bara di Karta de ene kant van dit project.
De andere kant betreft het stimuleren van ondernemerschap. Dat kan al heel klein door bijvoorbeeld een aantal dagen per week plaatselijke lekkernijen te verkopen als boka dushi (zoete broodjes) en of repa di pampona (de overheerlijke plaatselijke pompoenpannekoek). Dergelijke initiatieven zullen in dat geval ook op de kaarten van het gebied worden vermeld. De eigenaresse van Soldachi Tours, Maria Koeks-Sintjago is één van de enthousiaste ondernemers in Rincon en fungeert net als Onnie Emerenciana voor Bara di Karta als trekker voor de groep van Rincon. Zij staat achter de plannen van POP en juicht de ontwikkeling en ontsluiting van Rincon en omgeving voor meer toerisme toe. Sterker nog als trekker staat ze voorop en neemt er actief deel aan maar het moet volgens haar wel langzaam en stap voor stap. ‘Geen grootse snelle ontwikkelingen, geen grote hoge gebouwen, die passen ons niet’, zegt ze,  ‘Wij, de Bonairianen, Rinconezen willen heus ontwikkeling, maar klein, bescheiden, op maat. Langzaam, stapje voor stapje, dan neem je iedereen mee met je plannen en valt niemand, met name de lokale bevolking niet, buiten de boot.’ Sinds zes jaar exploiteert de gewezen onderwijzeres het vakantiehuis van de familie in Rincon en voert daarnaast haar eigen bedrijf Soldachi Tours. De ‘soldachi’ is de plaatselijke IMG_7388IMG_7427heremietkreeft. “Hij begint klein als baby en gaat dan groeien”, zo legt ze de metafoor uit. ‘Deze kreeft gaat altijd vooruit en komt overal, is sterk en onverwoestbaar en omdat hij zijn huis met zich meedraagt, voelt hij zich thuis. Als hij door de tijd heen geleidelijk groeit, neemt hij een ander huis waarin hij verder kan groeien en als hij zich bedreigd voelt, kruipt hij in zijn schulp. Zo is het ook met ons.’ Op haar villagetour door Rincon neemt ze de toeristen mee langs de plaatselijke bezienswaardigheden en vertelt ze over de historie van Rincon. De van oorsprong in 1527 gestichtte Spaanse nederzetting en het oudste dorp op de voormalig Nederlandse Antillen, heeft vele verborgen schatten. Om mensen een glimp te geven van het vroegere leven laat ze hen niet alleen de architectuur van Rincon zien maar gaat ze ook met hen op bezoek bij twee oude dames die de toeristen de overwegend witte klederdracht van vroeger tonen. Van zelf vervaardigde voorschorten gemaakt van katoenen zakken, die vroeger werden gebruikt als verpakkingsmateriaal, tot stevige katoenen buste- , buik- en rugsteunen die rugklachten van de vrouwen op de aloëplantages moesten voorkomen en zorgen dat ze weer strakke buiken kregen na hun zwangerschap. Van thuisjurken ofwel kashaka voor stoute jongetjes, die het niet in hoofd haalden om met zo’n jurk de straat op te gaan, tot speciaal ondergoed voor vrouwen waarmee ze buiten in de buurt van de velden in tijden dat er nog geen toiletten waren, konden urineren. Ze heeft ook haar knoek, de ‘SS Punto Cardón’, door haar vader vernoemd naar de olietanker waarmee hij van Curaçao naar de Venezolaanse havenstad Punto Cardón voer. Met hulp van POP wil ze het stuk land verder ontwikkelen en openstellen voor publiek. Na de vergadering over POP en de mogelijkheden bij Mangazina di Rei hebben een aantal ondernemers uit Rincon samen een groep gevormd waarvan zij de trekker is. Jan Jaap van Almenkerk heeft haar geholpen met het businessplan. Maria en de anderen maken graag gebruik van hun expertise op dat gebied. Op dit moment staat alles echter nog in de kinderschoenen. Ze zijn immers net begonnen, maar het lijkt veelbelovend.  Het nieuwe hek voor de knoek heeft ze inmiddels. Maar op haar kunuku wil ze ook nog een toilet, een dripsysteem en de lokale traditionele cactushaag aanleggen. Daarnaast wil ze fruitbomen als de Shimaruku (Westindische kers), Taki (plaatselijke notenboom die een soort van pinda’s produceert) mispel, kenepa (knippaboom), mango en cocospalmen planten. Dan wordt het voor kinderen, toeristen en lokalen pas echt aangenaam vertoeven op de knoek en kunnen ze tegelijkertijd iets leren over de flora en fauna en cultuur van Bonaire. Een aantal jaren geleden zijn er door Fundashon Desaroyo Rincon vijf natuurwandelroutes uitgestippeld, waarvan de rose stenen op de diverse paden nog getuigen. Deze routa’s waaronder Routa di Dos Pos (de Twee Putten wandelroute) die met de hulp van Usona zijn ontstaan en Maria gebruikte bij haar tours, heeft ze aan de Stichting Natuurparken (Stinapa) overhandigd. Het zijn wandelroutes die mogelijk ook kunnen worden gebruikt door POP in het kader van de ontsluiting van Rincon en omgeving voor toerisme. Ze kwam met POP in aanraking via ‘Rocky’ (Raymond) Emers van de LVV (Landbouw, Veeteelt en Visserij). Ze hadden een idee voor een groentetuin en Rocky heeft hen geholpen bij de aanleg van die tuin. Voor de kunuku en haar bedrijf heeft ze vier oudere personen waarop ze kan bouwen, haar grootste wens is echter dat ook de jongeren gaan meedoen.

“Door eerder te slachten wordt de levensduur verkort en is er minder voer nodig”

Veevoerproductie en stimulering veehouderijen
De tweede pijler binnen het plattelandsontwikkelingsprogramma omvat de pilot rond het produceren van veevoer waar drie geitenhouders aan deelnemen en de inspanningen om te komen tot intensievere geitenhouderijen op Bonaire. POP wil daarmee de boeren ondersteunen en het ondernemerschap net als bij de eerste pijler stimuleren. Om een constante aanvoer van kwalitatief hoog veevoer te produceren, test POP op twee hectare land op het LVV-terrein de verbouw van Sucro Sorghum, een speciale sorghumsoort met een hoog eiwitgehalte. Op achttien plots wordt afwisselend gezaaid en geoogst. De organisatie houdt niet alleen precies de groei, irrigatie en de productie bij maar ook het effect dat het voer op de groei, ontwikkeling en gezondheid van de lammeren heeft.
De sorghum wordt vlak voordat het bloeit, gehakseld en vers aan de jonge geiten gegeven. Van de boeren wordt verwacht dat zij de benodigde gegevens noteren, de geiten alleen de verse sucro sorghum geven en de dieren binnen hun koraal houden. Door gebruik te maken van rotatieverbouw en de snelgroeiende en eiwitrijke sorghum wil POP onderzoeken of er het hele jaar door een constante veevoerproductie kan worden bereikt. Op die manier zouden ook de boeren het hele jaar door vee kunnen leveren voor de slacht. Als de lammeren goed reageren, kunnen de jonge geiten bovendien eerder, al vanaf zes tot twaalf maanden worden geslacht. Dit betekent niet alleen een intensievere en goedkopere geitenhouderij; door eerder te slachten wordt de levensduur verkort en is er minder voer nodig. Met deze aanpak probeert men ook een hogere kwaliteit lamsvlees voor de restaurants te produceren. Wat maakt dat de veehouders een betere prijs zouden kunnen vragen voor dit jonge geitenvlees. De voorwaarde om de geiten binnen de koraal te houden en niet meer los te laten lopen, zoals op Bonaire de gewoonte is, is niet alleen vanuit millieuoverwegingen.

DCIM100GOPROG0052011.
De talloze loslopende geitenkuddes brengen immers veel schade toe aan de natuur doordat ze alles kaalvreten. Door de geiten binnen een koraal te houden, kan men het dekken veel beter controleren. En ook dat biedt mogelijkheden voor een intensievere veehouderij. De sucro sorghum doet het goed. De eerste halmen zijn inmiddels bijna twee meter en kunnen worden geoogst. Het verse veevoer kan dus worden getest. En vanaf heden zal er op de 18 plotjes van ongeveer 20 bij 50 m2 per stuk iedere week gezaaid en geoogst gaan worden. Deze rotatieverbouw moet een constante aanvoer van veevoer opleveren. Het eerste jaar zullen dan ook de hoeveelheid voer die het land opbrengt, de hoeveelheid per oogst en de irrigatie nauwkeurig worden bijgehouden.
De gecontroleerde irrigatie wordt kunstmatig geregeld met behulp van het gezuiverd afvalwater van de LVV. Het is nog wel even afwachten hoe de bewatering in het regenseizoen gaat.
Natuurverschijnselen als regen zijn minder goed te sturen en of te regelen. Indien alles naar tevredenheid verloopt en de sucro sorghum een succes blijkt, zal POP de sorghumplotten  op het terrein van de LVV uitbreiden van twee naar zes hectare. Binnen de LVV werkt landbouwadviseur Raymond Emers nauw samen POP. Al werkt hij al zo’n 31 jaar bij LVV en gaat hij over twee jaar met pensioen, van rustig aan doen dan wel zijn tijd uit- of stil zitten, is geen sprake. Hij geeft in samenwerking met POP landbouwcursussen en workshops aan onder andere wijkbewoners die hij advies en tips geeft over hun aan te leggen kassen (greenhouses). Hij helpt met het zaaien en oogsten van de sorghum en legt de dripsystemen voor irrigatie aan. In samenwerking met de Directie Ruimtelijke Ontwikkeling (DRO) heeft hij het voor elkaar gekregen om middelen te krijgen voor de aankoop van landbouwmachinerie. Zijn grootste wens is om wat hij gestudeerd heeft en de ervaring en kennis die hij daarnaast in de loop der jaren heeft opgedaan over te brengen en door te geven aan anderen. Hij is dan ook niet van plan daarmee te stoppen. Ook na zijn pensioen zal hij landbouwcursussen blijven geven. Tot zijn pensioen werken hij en POP in ieder geval samen.

Tekst: Patricia Bergwijn  |  Foto: Conté

Leave a comment