Volgens velen is de 21e eeuw het summum van keuze en aanbod in producten en diensten. Maar is dat wel zo?
Het zal vast wel eens opgevallen zijn dat de potjes sperziebonen, doperwten en worteltjes van bijvoorbeeld het Albert Heijn huismerk bijna niet te onderscheiden zijn van dezelfde producten van een A-merk als HAK. Deze gelijkenis met A-merken gaat ook op voor huismerk cornflakes, chips en een hele reeks andere producten. Bovendien is dit niet alleen het geval bij Albert Hein, maar ook bij andere Europees Nederlandse supermarkten als de Jumbo, de Dirk en de C1000. Is dat toeval? Nog opmerkelijker wordt het, als je je realiseert dat merken als Omo, Sunil en Biotex allemaal door dezelfde fabrikant (Unilever) gemaakt worden, terwijl deze merken elkaar in hun reclame beconcurreren.
Hoe aannemelijk is het dat de chemische formule en dus de werking van deze producten totaal anders is?
En daarnaast is er dan natuurlijk ook nog het internet met zijn schijnbaar onuitputtelijke bron van aanbod en keuze. Hoe onuitputtelijk is die werkelijk? Voor een oplettende websurfer wordt het immers al snel duidelijk dat er ook op het internet vele partijen zijn die voornamelijk dezelfde producten en diensten aanbieden. Hooguit verschillen de presentatie, prijs of levering. Dus, hoe zit dat nu precies met “het summum van aanbod en keuze” vandaag de dag?
The Pre-selection Principle
Hoe wij keuzes maken, wordt grotendeels bepaald door het “Pre-selection Principle”. Zonder in allerlei details te vervallen, komt dit principe kortweg neer op het hierna volgende. Het is bekend dat mensen zaken kopen die ze (her)kennen en die aan een behoefte voldoen. Maar dat is niet het enige. Het lijkt voor mensen nog veel belangrijker om die dingen te kopen, die andere leden van hun sociale referentiegroep eveneens hebben gekocht. Daarnaast willen mensen een soort garantie dat ze geen miskoop doen en dus zoeken ze naar referenties en geruststelling. Dit zogeheten preselectiegedrag geeft mensen het vertrouwen dat ze iets goeds kopen, iets dat ‘bij hen past’ en positieve feedback van hun sociale peergroep creëert.
Met andere woorden: het is voor mensen belangrijk om zich goed te voelen over hun aankoop. En dat gedrag is begrijpelijk, als je net een nieuwe auto hebt gekocht, wil je immers niet door je vrienden worden uitgelachen. Het voldoen aan een behoefte gaat dus veel verder dan alleen het vervullen van de primaire wens. Maar als dat is wat mensen graag willen, dan is er geen probleem, toch?
The best Place to hide a dead Body is on the second Page of Google
Een zoekopdracht met Google en je ziet wekenlang hetzelfde product op je scherm verschijnen. Dit gebeurt, omdat de zoekalgoritmen van Google en andere zoekmachines inmiddels zo geavanceerd zijn dat zij een volledig psychologisch profiel van je hebben. Met behulp van dit profiel zijn ze in staat om je keuzes te voorspellen
en je relevante producten en diensten aan te bieden. Maar dan wel alleen die producten waarvoor adverteerders hen betalen.
Kortom, het internet is verworden tot een soort echokamer waar je alleen die dingen ziet die je wenst en al kent. Hierdoor wordt je keuze beperkt en verdwijnen de kleine en meer unieke aanbieders. Nog zorgelijker is echter het feit dat firma’s mensen betalen om aanprijzende reviews te schrijven. Terwijl je denkt een objectieve mening te lezen, is het feitelijk een misleidende commerciële boodschap. Marketingmensen maken handig gebruik van het preselectie principe.
Het ‘summum van aanbod en keuze’ staat dus nogal onder druk en wij zijn daar allemaal debet aan. Er zijn echter ook oplossingen en alternatieven. Bedenk bijvoorbeeld dat supermarkten dat wat wij kopen in de schappen zetten. Daarnaast slaan zoekmachines als DuckDuckGo géén profielen op. Oftewel als we bewuster kiezen en een beetje meer vertrouwen hebben in onze eigen individuele keuzes komt het met het aanbod wel goed.