Column
Toen ik klaar was met de havo, had ik geen idee wat ik zou gaan willen studeren. Uiteraard wist ik wat mijn sterke en minder sterke eigenschappen waren en ook dat ik per se niet de wiskundige en technische kant op wilde gaan. Maar vervolgens was er naar mijn mening nog steeds teveel keus. Het aanbod van studies was immers enorm groot. Ook na een aantal open dagen werd ik niet echt geïnspireerd en enthousiast van een opleiding. Toch moest er een keuze worden gemaakt en dus koos ik op mijn vaders advies voor het vak fysiotherapie. De gloednieuwe opleiding ‘Sport, Gezondheid en Management’ leek mij best iets voor mij.
De kern van het vaderlijke advies was echter dat ik beter een vak kon leren dan een managementachtig iets doen waarbij je een tussenpersoon bent. Inmiddels, een aantal praktijkervaringen verder, ben ik nog steeds dankbaar dat mijn vader zo goed heeft ingeschat dat dit werk mij goed past: ik ben met mensen bezig, kan altijd iets voor hen betekenen, ik hoef geen belangrijke beslissingen te nemen met betrekking tot medicatie en ik hoef geen ingrepen te doen. Bovendien is het contact met patiënten gebonden aan een bepaalde periode. Ideaal! Waar mijn ouders echter geen rekening mee hielden, was dat ik niet lang daarna op het aanbod inging om een praktijk op Sint Eustatius (Statia) over te nemen. Met mijn koffer en mijn niet al te grote ervaring woonde ik op een vulkaan en was ik de enige fysiotherapeut. Zo simpel was het en zo soepel verliep het.
De studies (na fysiotherapie wilde ik nog niet gaan werken en daarom ben ik bewegingswetenschappen gaan studeren), het reizen, het fantastische aanbod om naar Statia te gaan en het hebben van een levenspartner hebben me gevormd tot wie ik nu ben. Eigenlijk sta je er niet bij stil dat je iedere dag ontzettend veel keuzes maakt en er allerlei soorten aanbiedingen op je af komen. En soms bedenk je dan achteraf dat die ene beslissing best wel bepalend was. De studiekeuze bijvoorbeeld was erg belangrijk voor mijn (werk)ervaring. Ervaring is echter niet simpelweg wat je meemaakt. Het is vooral wat je doet met dat wat je allemaal meemaakt.