In 2010 is voor het eerst in de geschiedenis van Bonaire een bestemmingsplan ofwel het Ruimtelijk Ontwikkelingsplan Bonaire (ROB) voor het hele eiland vastgesteld. Behalve dat het een wettelijke taak van de overheid is om het ruimtelijk ontwikkelingsplan actueel te houden (tenminste één maal in de vijf jaar moet het plan herzien worden), is het na zeven jaar werken met het plan hoog tijd voor een evaluatie.
Het ruimtelijk ontwikkelingsplan omvat het grondgebied van Bonaire, Klein Bonaire en het onderwaterpark van Bonaire. Het vormt de basis voor de ruimtelijke ordening op het eiland. De bestaande situatie is het uitgangspunt, maar we leggen als overheid ook de gewenste ontwikkelingen voor de komende jaren vast in het plan. Voor zover we dat kunnen voorzien uiteraard. Het ROB is immers geen ‘glazen bol’ en er zullen zich altijd situaties voordoen die we niet kunnen voorspellen. In zulke gevallen passen we het bestemmingsplan dan aan met een herziening.
In het ruimtelijk ontwikkelingsplan vertaalt de overheid economisch, toeristisch, agrarisch en milieu- en natuurbeleid naar ruimtelijk beleid.
Dat geldt ook voor beleid op het gebied van archeologie en monumenten. In het ontwikkelingsplan leggen we vervolgens vast wat waar gebouwd mag worden en waarvoor welke grond mag worden gebruikt. Daarbij staan vragen als, waar wil Bonaire naar toe op het gebied van hotelontwikkeling, is er voldoende ruimte om nieuwe hotelontwikkeling mogelijk te maken of moeten we juist terughoudender zijn als het gaat om deze hotelontwikkeling, biedt het ruimtelijk beleid voldoende ruimte voor ondernemers om bedrijven te starten, hoe gaan we de komende jaren om met onze containeroverslag en moeten er aanpassingen komen in het ruimtelijk beleid ten behoeve van (het stimuleren van) landbouw en veeteelt, centraal. Het zijn tevens de vragen waarover we moeten nadenken de komende periode. Om antwoorden te krijgen, zullen we verschillende informatie- en inspraakbijeenkomsten organiseren. Samen met de burgers en andere belanghebbenden denkt de overheid dus na over de ruimtelijke ontwikkeling van Bonaire in de komende jaren. De eerste bijeenkomsten zullen nog voor het einde van het jaar plaatsvinden. Uiteraard kondigen we deze aan in de dagbladen, op de radio, via de sociale media en op onze website www.bonairegov.com. De vaststelling van het geactualiseerd ROB staat gepland voor 2018.
Beeldkwaliteitsplan Centrum en Zeepromenade Kralendijk
Samen met lokale architecten werkt de overheid aan een beeldkwaliteitsplan voor het Centrum en de zeepromenade van Kralendijk. Als het hart van Bonaire en ook ons visitekaartje voor de toeristen is het immers een gebied waar het aanzicht extra aandacht verdient. Nieuwe ontwikkelingen moeten dan ook passen bij de historische kwaliteiten en structuur van de omgeving. Het beeldkwaliteitsplan is één van de uitvoeringsprojecten van de vastgestelde Centrumvisie Kralendijk (2013). In een beeldkwaliteitsplan geeft de overheid uitgangspunten en richtlijnen voor het aanzicht van zowel de bebouwing als de openbare ruimte. De beeldkwaliteit van een gebied is van essentieel belang voor de beleving van het betreffende gebied.
Het doel is dan ook om tot een consistente en aantrekkelijke inrichting te komen waarbij de openbare ruimte en de bebouwing op elkaar aansluiten en elkaar versterken. In oktober zullen de diverse onderdelen van het plan worden ingevuld. Het plangebied zelf is opgedeeld in zes zones; zeepromenade, Kaya Grandi, aanloopstraten, Centrum Noord, Centrum Midden en Centrum Zuid. Per deelgebied komen onder andere gebiedsbeschrijvingen, richtlijnen voor de beeldkwaliteit en referentiebeelden in het plan aan de orde. Daarnaast zal het beeldkwaliteitsplan een visie op de openbare ruimte bevatten. Daarbij maken we onderscheid tussen hoofdwegen, centrumstraten en verblijfsruimtes. Voor de verschillende wegen ontwerpen we profielen als uitgangspunt voor de vormgeving. Ook gaan we in op onderwerpen als materiaalgebruik, groen en straatmeubilair.
Het streven is om het plan in november af te ronden en het vervolgens voor besluitvorming voor te leggen aan het bestuurscollege.