streven naar een Win-Win-Win-situatie
Sociale wet- en regelgeving geeft de bedrijfsgeneeskunde richting. Het dobbert er als het ware op en de uitwerking van de wetten is afhankelijk van het politieke klimaat ten tijde van het opstellen ervan. Zo was het tot het begin van de jaren negentig gebruikelijk om niet of onvoldoende functionerende medewerkers te laten afvloeien via de WAO (Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering). Oud-premier Lubbers maakte daar echter drastisch een einde aan toen hij stelde dat “Nederland ziek was” en dat er een andere wind door het ‘WAO-afvoerputje’ moest gaan waaien. De belangrijkste verandering in die jaren was de visie. Deze ging van afkeuren voor inzet op de arbeidsmarkt naar goedkeuren voor aangepast werk. Met andere woorden: men keek niet meer naar wat iemand niet kon, maar richtte in plaats daarvan de aandacht op wat de verzuimende/zieke medewerker wel zou kunnen doen. De veranderde visie heeft jarenlang gezorgd voor ups en downs in wet- en regelgeving die deze positieve kijk op verzuim moest onderbouwen. Tegen het einde van de jaren negentig werd er eindelijk een soort evenwicht gevonden en de hieruit voortvloeiende wetgeving wordt in Nederland nog altijd gehanteerd. De op Bonaire, Saba en Sint Eustatius vigerende wetgeving op het gebied van verzuim dateert van 1959.
Men kan dan ook gerust stellen dat deze wet- en regelgeving achterhaald is. Hetgeen tevens blijkt uit de uitwerking ervan. Verzuim lijkt te worden beloond en dat is niet alleen in het nadeel van de werkgever en de overheid maar vooral ook van de medewerker. Niet meedoen aan het arbeidsproces is immers een zware last en kan veel psychische en fysieke klachten geven, zoals een ieder die wel eens langdurig ziek thuis moest blijven, kan beamen. Je wereld wordt kleiner, je contacten vele malen minder en het verlies van respect en zingeving zijn moeilijk te verhapstukken.
“Het zou dus verstandig zijn om de huidige wetgeving
hier op Bonaire onder de loep te nemen”
Het zou dus verstandig zijn om de huidige wetgeving hier op Bonaire onder de loep te nemen en met een positieve insteek enige veranderingen aan te brengen. Nieuwe wetgeving zou zich meer moeten richten op de gezamenlijke verantwoordelijkheid in het kader van verzuim en arbeidsomstandigheden. Dat betekent dat zowel de werkgever als de werknemer zich zouden moeten bezig houden met de vraag wat de mogelijkheden zijn in het kader van het verrichten van arbeid voor de zieke/verzuimende medewerker en met re-integratie in plaats van met de onmogelijkheden. Met andere woorden: wat kan iemand nog wel en niet zozeer wat kan hij niet meer. Een dergelijke positieve benadering maakt bedrijfsartsen blij. Iemand afkeuren is namelijk voor geen van de partijen aanbevelenswaardig, tenzij het echt niet anders kan. Iemand goedkeuren voor aangepast werk biedt daarentegen hoop en mogelijkheden. Deze aanpak heeft in Nederland bewezen effectief en vooral ook kosten besparend te zijn. En kosten besparen is goed voor de overheid en voor de werkgevers. Zieke medewerkers blijken bovendien gelukkiger als ze toch een rol kunnen blijven vervullen bij een werkgever.
Een win-win-win-situatie dus.
Aanpassingen in de wet- en regelgeving op Bonaire zouden langs de lijnen van de huidige Nederlandse wetgeving kunnen plaatsvinden. De Wet Verbetering Poortwachter, de Arbowet en de Ziektewet zijn voorbeelden van wetten op dit gebied die we kennen vanuit Nederland. Uiteraard kunnen deze onmogelijk 1-op-1 op de BES eilanden worden ingevoerd. Maar de positieve gedachtegang waarop deze wetten zijn gebaseerd, kan hier wel worden nagestreefd. Het zou zonder twijfel bijdragen aan een grotere zelfstandigheid van en meer verantwoordelijkheid voor zowel werkgevers als werknemers. Structurele en stabiele deelname aan het arbeidsproces juist ook door zieke medewerkers zou daarbij als een positieve en belangrijke pijler de basis moeten vormen. Het levert immers kostenverlagingen en medewerkers op die gelukkiger zijn. En dat is precies wat de Arbodienst al jaren uitdraagt. Een dergelijke insteek bij verzuim en re-integratie vereist wel een andere manier van denken en een andere manier van werken. Het is een proces dat de afgelopen vijf jaren weliswaar in gang is gezet op de eilanden, maar nog niet volledig is ontwikkeld.
In Nederland is destijds om werkgevers en medewerkers te ondersteunen bij dit transitieproces de aansluiting bij een Arbodienst of bedrijfsarts verplicht gesteld. Dat is een situatie die op de BES lastig is af te dwingen, maar sluit vrijwillige aansluiting uiteraard niet uit. Steeds meer werkgevers zien dat het inschakelen van een arbodienst hun bedrijfsvoering goed kan ondersteunen en dat dat niet alleen op de korte maar juist ook op de middellange en lange termijn kostenbesparend werkt.
Want wie wil er nou niet een win-win-win-situatie?